“Voor mij verandert er eigenlijk niet veel” – Ouderen aan het woord…
Wij lazen het artikel ‘Geef ouderen een stem in de coronamaatregelen’ van Tineke Abma en het voelde voor ons als thuis komen. Het uitgangspunt van ons werk is en was altijd al dat wij luisteren naar wat mensen zelf aangeven nodig te hebben. Geen grootse projecten of ideeën, op afstand van bovenaf bedacht en aangeboden, nee gewoon dicht bij de mensen en wat ons betreft bij de werkelijkheid. Wat willen zij zelf?
Wij bellen onze cliënten in deze coronaperiode regelmatig en vragen hen hoe het met ze gaat. De algemene teneur, zeker in het begin van de crisis, is dat men berust, geen risico’s neemt dus vooral binnen blijft, zich soms wel verveelt en een gevoel van eenzaamheid de kop op steekt, maar ach, ze hebben wel voor hetere vuren gestaan. We hebben mooie, bijzondere, inspirerende, verrassende en ook droevige gesprekken. Mensen die zich zorgen maken om kinderen die ziek zijn en waar ze niet naartoe kunnen bijvoorbeeld, de kleinkinderen niet kunnen zien…
We hebben een aantal zinnen uit al die gesprekken verzameld. Het is maar een kindergreep uit het geheel, maar het geeft al een mooi beeld van wat de mensen zelf zeggen over de crisis. Al deze uitspraken zijn echt en geven weer hoe verschillend mensen de crisis werkelijk ervaren. De diversiteit hierin maakt duidelijk dat alle mensen verschillend en dus uniek zijn, en zo is het in ons werk ook.
‘Voor mij verandert er eigenlijk niet veel’
‘Het is ontzettend leuk! Gisteren hebben ze polonaise gehouden op de gang. Wel op afstand natuurlijk.’
‘Ik kan gelukkig goed alleen zijn’
‘Nu gaat het wel, maar zullen ze straks als iedereen gewend is, ook nog aan ons denken? Daar maak ik me zorgen over.’
‘Ik red me wel’
‘De Thuiszorg komt vier keer per dag, dus die houden me wel bezig. Ik ben heel veel tijd kwijt met alleen al aan- en uitkleden. De dag is zo voorbij.’
‘Ik zou zo graag op de fiets willen stappen en naar mijn dochter (ernstig ziek) toe willen fietsen, haar vast willen pakken en knuffelen, maar dat kan niet.’
‘Een buurvrouw had een briefje in de bus gedaan bij iedereen in de buurt. ’s Middags stonden ze toen ineens allemaal voor het raam Lang zal je leven te zingen, ze werd er verlegen van.’
‘Het is precies zoals het al was’
‘Het is wel zwaar nu er geen dagopvang is, maar we houden gelukkig veel van elkaar.’ (Mantelzorger en echtgenoot van een vrouw met Alzheimer.’
‘Ik ben nu zes weken niet buiten geweest. Toen ik een keer naar buiten ging met de auto, kreeg ik een lekke band. Dat leek me een slecht voorteken, en nu durf ik niet meer. Ik begin wel te vereenzamen.’
‘Ik maak me zorgen om mijn kinderen. Mijn zoon werkt zich een slag in de rondte op de IC.’
‘Ik ga veel naar beneden om een praatje te maken. Dat helpt. Anders denk ik teveel na. ‘
‘Telkens als het over Corona gaat, zegt ze: ‘Wat erg, he?’ Maar vijf minuten later is ze het alweer vergeten. We laten haar nu maar. Ze doet zelf gewoon haar boodschapjes om de hoek. We kunnen haar moeilijk opsluiten.’ (Familielid over een dementerende mevrouw van in de 90 die nog zelfstandig thuis woont.)
