Directeur Loeke Genemans met welverdiend pensioen
Na 23 jaar neemt directeur Loeke Genemans afscheid van Hulpdienst Nijmegen. Ze wordt opgevolgd door haar collega Vera van Ooijen. Tijd voor een terug- en een vooruitblik en een kleine ode aan deze bijzondere vrijwilligersorganisatie.
“Vrijwilligerswerk is steeds belangrijker geworden.”
“De eerste keer dat ik bij de Hulpdienst over de vloer kwam was in 1998,” vertelt Loeke Genemans. “De organisatie werd geprofessionaliseerd en ook het pand aan de Groesbeekseweg werd net grondig onder handen genomen door een schilderschool. Ik schreef een artikel voor de seniorenpagina van De Brug over de stichting en zei na het interview tegen de toenmalige directeur dat het me een hele mooie organisatie leek om voor te werken. Die middag belde ze me op en vroeg, ‘meende je dat?’ Een week later mocht ik als coördinator aan de slag.”
Als tiener ging Loeke haar hart al uit naar ouderen en onderwijs. “Op de middelbare school organiseerde ik bijeenkomsten voor scholieren en ouderen om met elkaar in gesprek te gaan. Dat bleek ontzettend waardevol, daar is het zaadje geplant.” Na de Kopse Hof studeerde Loeke Onderwijskunde in Nijmegen en werkte ze aan het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen. “Ik deed jaren onderzoek aan de RU maar ik vond dat er te weinig met de resultaten gebeurde. Na een reorganisatie besloot ik me te richten op ouderen en kwam ik dus dankzij redactiewerk bij de Hulpdienst terecht.”
Dat Hulpdienst Nijmegen een zelfstandig opererende vrijwilligersorganisatie is en geen onderdeel uitmaakt van een grotere welzijnsorganisatie maakt de stichting volgens Loeke uniek. “We hebben amper overhead waardoor alles ten goede komt aan de vrijwilliger en de cliënt. Mede dankzij subsidie van de gemeente Nijmegen en giften van donateurs kunnen de coördinatoren zorgen voor succesvolle bemiddeling.” Ondanks de coronacrisis is het afgelopen jaar door 245 vrijwilligers in totaal 15.000 uren hulp geboden bij 518 cliënten thuis. “Kun je nagaan hoeveel hulp er in de afgelopen 62 jaar op vrijwillige basis geboden is? Dat is ongekend!”
“Er is een groep vrijwilligers die zich al voor 25 jaar inzet”
De slagzin ‘mensen bijstaan in moeilijke omstandigheden’ uit 1959 van oprichter Pater Vermeer is nog altijd waar de Hulpdienst voor staat. Niet met ‘gratis hulp’ maar met zinvolle ontmoetingen. “Het is geen voorwaarde maar vaak ontstaan er langdurige verbintenissen. Er is zelfs een groep vrijwilligers die zich al voor 25 jaar inzet,” vertelt Vera van Ooijen. Waar vroeger waardering volgens haar wel eens achterbleef moet tegenwoordig opgelet worden dat vrijwilligers niet gezien worden als vervanging van professionele zorgmedewerkers. “Vrijwilligerswerk is steeds belangrijker geworden.”
“Maatwerk ligt aan de basis van alles”
Vera nam deze maand het directeurschap van Loeke over. Voor die tijd werkte ze 11,5 jaar als coördinator en begeleider van stagiaires en participatiekrachten. “Ik kwam uit de uitzendbranche en dacht, vrijwilligers en cliënten koppelen, hoe moeilijk kan het zijn?, maar dit bleek toch echt een andere tak van sport. Iets vragen aan iemand die daar niet voor betaald krijgt, vraagt om een bepaalde voorzichtigheid. Het brengt de vrijwilliger wat in andere vorm maar daarvoor moet je wel afstemmen op diens wensen en behoefte. Wat kan en wil iemand? Zowel voor de cliënt als voor de vrijwilliger geldt dat je als coördinator continu moet afstemmen. Het is ook heel wezenlijk dat mensen een beetje bij elkaar passen voordat een essentiële klik kan ontstaan. Maatwerk ligt aan de basis van alles.”
“Het leven is niet alleen maar maakbaar”
Loeke: “Wat ik altijd mooi heb gevonden aan de Hulpdienst is dat vrijwilligers en cliënten de organisatie door de persoonlijke benadering als een warm bad ervaren. Ze weten dat ze op de Hulpdienst kunnen vertrouwen en dat er aandacht voor hen is. Mensen mogen zijn wie ze zijn. Het is ook belangrijk dat ze de veiligheid voelen om hun verhaal te doen. Als er iets duidelijk wordt tijdens dit werk dan is het dat het leven niet alleen maar maakbaar is, dingen overkomen je. En sommige mensen krijgen helaas heel veel op hun bord. Maar juist dat stuk raakt en speelt vaak een rol in relaties. De enorme diversiteit van ons bestand maakt ons werk ook boeiend.”
Veelgestelde hulpvragen zijn bezoek gecombineerd met een activiteit, het doen van de boodschappen en wandelhulp. Vera: “Soms is de kop koffie belangrijker dan het opknappen van de tuin. Het lijken eenvoudige dingen maar het kan voor iemand een wereld van verschil maken en de dag opfleuren.” De ervaring is echter dat de meeste mensen niet gemakkelijk hulp vragen. “Dat je bij de Hulpdienst terechtkunt voor zowel mantelzorgondersteuning als algemene hulp maakt het laagdrempeliger. Zowel de vrijwilliger als de cliënt en de mantelzorger kunnen wennen door te beginnen met een kleine klus.”
De vrijwilligersorganisatie is gespecialiseerd in mantelzorgondersteuning voor mensen met dementie en sinds een aantal jaar ook mensen met Parkinson. Naast respijtzorg is er aandacht voor de mantelzorger zelf met het project ‘Luisterend Oor’. Vera: “Vrijwilligers en oud-mantelzorgers bieden letterlijk een luisterend oor en kunnen vanuit hun expertise en herkenning iets betekenen voor de mantelzorger die nu voor een naaste zorgt.”
Loeke is er trots op dat de eigenheid van de Hulpdienst na al die jaren bewaard is gebleven. “Dit is niet specifiek een verdienste van mij maar van het hele team én de bestuursleden.” Na 18 jaar als (hoofd)coördinator en 5 jaar als directeur zwaait ze af en verdwijnt er een bulk aan ervaring, maar Loeke draagt het met een gerust hart over aan Vera omdat zij ‘het DNA van de Hulpdienst in zich heeft’.
Vera, die na een economische opleiding onder andere werkte als accountmanager en coördinator bij alarmcentrales, vertelt dat het werken met mensen in haar carrière altijd centraal heeft gestaan. “Tijdens de crisis in 2009 raakte ik mijn baan in de uitzendwereld kwijt en bleek er uit een loopbaantest dat maatschappelijk werk bij me zou passen.” Ze begon bij de Hulpdienst als coördinator en studeerde gelijktijdig Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan de HAN. “Hier viel alles op zijn plek en voelde ik me vanaf het begin thuis.”
De nieuwe directeur wil in eerste instantie gaan zorgen voor continuïteit. “Door de coronacrisis is er veel veranderd in ons werk dus streven we ernaar om op oud niveau terug te komen. Verder wil ik bijdragen aan de zichtbaarheid en de juiste beeldvorming van het vrijwilligerswerk. In de zorg komt er gelukkig steeds meer aandacht voor, maar het welzijn van de cliënt wordt dikwijls ondergesneeuwd. Bij ons staat het voorop in alles wat we doen. Het kan zorg uiteraard niet vervangen maar het is een hele wezenlijke voorligger. Als mensen goed in hun vel zitten dan kan dat zorg uitstellen en echt het verschil maken.”